De verrekijker: naar welke jongeren ben je op zoek?
Het is belangrijk om te weten naar wie je juist op zoek bent. In een bevragende rol is dit gemakkelijker vast te leggen omdat dit vaak over een éénmalig en kortdurend engagement gaat. In een activerende rol verwacht je veel meer van je jongeren en denk je hier best uitgebreid over na. Een goede tip: stel een functieprofiel op. Dit schept duidelijkheid voor zowel de jongeren als jezelf. Jongeren zijn sneller geneigd om een engagement aan te gaan als er voorspelbaarheid en duidelijkheid zijn.
Denk vooraf na over:
Welke leeftijd moeten de jongeren hebben?
Welk engagement verwacht je? (Hoeveel keer moeten ze samen komen? Is dit in hun vrijetijd? Is elke deelname verplicht? …)
Zijn er bepaalde vaardigheden of attitudes die van de jongeren verwacht worden?
Wordt er een opleiding voorzien waarin vaardigheden worden aangeleerd en/of informatie wordt meegegeven?
Wat is het doel van het project?
Hoeveel beslissingsrecht krijgen jongeren? Waarover mogen ze wel/niet beslissen?
Waarom zouden de jongeren aan je project deelnemen?
…
De meest geëngageerde mensen worden het meest (over)bevraagd. Dat geldt ook voor jongeren. Zorg daarom dat je op verschillende manieren op zoek gaat naar jongeren. Durf in een schoolse context verder te kijken dan de leerlingen van de leerlingenraad. Vrijwillig engagement is niet altijd vanzelfsprekend.
Wed dus op meerdere paarden en werf via verschillende kanalen (sociale media, mond-aan-mond, filmpje, …). Merk je dat er weinig of geen reactie komt? Stel je functieprofiel bij. Bekijk of dit realistisch is opgesteld. Zijn er voorwaarden die je kan laten vallen zonder dat je project aan kwaliteit inboet? Heb je voldoende nagedacht over de magneet?
TIP!: Als je een groot engagement van jongeren verwacht, mag je daar ook eerlijk in zijn. Dit minimaliseren zorgt op termijn juist voor problemen of weerstand.
De magneet: wat trekt jongeren aan?
Wat maakt jouw project aantrekkelijk voor jongeren om deel van uit te maken? Wat is hun persoonlijke winst? Dat is de aantrekkingskracht of de magneet van jouw participatieproject. Het is noodzakelijk om te weten wat die magneet is. Anders zal je nooit de jongeren bereiken die je nodig hebt. Waarom willen jongeren meedoen met een participatieproject? Omdat ze er voordeel uit halen natuurlijk! (Zie ook de winst van jongerenparticipatie.)
Enkele voorbeelden:
Je ontwikkelt nieuwe vaardigheden
Je leert nieuwe mensen kennen
Je maakt kans om iets te winnen
Je gelooft in het project
Je maakt deel uit van een groter geheel
Je krijgt een attest
Je mag vanuit je talent werken
Er hangt een beloning aan vast
…
Is de magneet van je project onduidelijk? Vul het niet volledig zelf in, maar vraag het aan jongeren zelf. ‘Dé jongere’ bestaat niet en de voorkeur in magneet kan ook erg verschillend zijn. Maar jongeren weten zelf het beste wat henzelf of andere leeftijdsgenoten overtuigt om deel te nemen aan een project.
De lijm: wat maakt dat jongeren blijven?
Van zodra je jongeren tot bij jou hebt gekregen (magneet), moet je zorgen dat deze jongeren willen blijven: de lijm! Wat maakt dat jongeren blijven plakken? Dat kan zijn;
Geloof in het project
Leuke sfeer/vriendschap
Vertrouwen van volwassen ondersteuners
Beloning bij langdurig engagement
Voldoende tijd om dingen grondig te doen
Veilige oefenruimte met marge om fouten te maken
…
TIP! Investeer voldoende tijd in onderlinge kennismaking en teambuilding (vb. met een Kick-offweekend). Waar het leuk is, daar blijf je! Uit ervaring zien we dat de beste lijm die van de onderlinge connectie is.
Stimuleer de intrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie is een must als je gemotiveerde jongeren voor je project wil. Om de motivatie te verhogen of vast te houden, investeer je best in drie voorwaarden:
Autonomie: Het gevoel hebben dat je het alleen kan en er vertrouwen is. Er is ruimte om er je eigen ding van te maken.
Betrokkenheid: Je voelt je betrokken en verbonden met zowel het project als met de andere deelnemers. Als het ergens leuk is en je hoort erbij, blijf je graag.
Competentie: Het gevoel hebben dat je het kan en begrijpt. Je hebt de juiste competenties voor je rol of er is ruimte om deze aan te leren. Er wordt gekeken naar jouw competenties en talenten en hoe deze kunnen worden ingezet.
Je kan hier veel uit meenemen voor je participatietraject;
Wil je jongeren laten participeren op beleidsniveau? Zorg dan dat ze in begrijpbare taal kunnen volgen en participeren. (competentie)
Spendeer in je project niet enkel tijd aan de taken, maar zet ook in op kennismaking en ontspannende momenten. (betrokkenheid)
Zorg dat er nog ruimte is voor eigen invulling en er geen strak te volgen script is. (autonomie)
Breng de talenten van de jongeren in kaart en kijk hoe deze kunnen worden ingezet. (competentie)
Durf jongeren verantwoordelijkheid te geven. (autonomie)
Ook in je werving kan je de motivatietheorie meenemen;
Bekrachtig geïnteresseerde jongeren. ‘Ik denk dat je dat goed zou doen.’ ‘Het wordt allemaal nog duidelijk en er komt een uitgebreide briefing/opleiding.’ (competentie)
Geef aan dat er nog ruimte is om te kijken naar wat ze zelf goed kunnen en zien zitten. (competentie + autonomie)
Benadruk dat het ook leuk zal worden. (betrokkenheid)
Commentaires